
Toegegeven, voor sommige groenten is het te laat. Maar met dank aan milde en late winters is het moestuinseizoen nog lang niet over. Sla en radijs kun je nog in september zaaien. Spinazie, peultjes en sugarsnaps ook, net als winterwortelen. Ook Oost-Indische kers is vaak te foppen tot opkomen en bloeien. In oktober komen alleen spinazie en veld- of kropsla nog op. Gebeurt er niets, niet getreurd en lekker laten zitten, volgend jaar zul je zeer vroeg vers kunnen oogsten. En intussen staan je zelfgemaakte wilgentenen bakken er al mooi bij.

Sterk natuurlijk materiaal
Wilgentenen zijn hot, ze duiken opeens overal op. Als natuurlijk ogende gevlochten schuttingen en afscheidingen in de tuin. Als gevlochten frames om planten en groente tegenop te laten klimmen. Als speelhuisje, gevlochten kunst en als puur natuur-prieel. Wilgentenen zijn de waterloten van wilgen, die door hun lengte en soepelheid heel geschikt zijn om te vlechten. Je maakt er redelijk makkelijk een minimoestuin van, die ook prachtig staat met parelbes en bergthee.
Alle ingrediënten verzameld? Aan de slag!
Leg de wilgentenen in het water tot ze zacht zijn. Dat kan twee dagen tot drie weken duren.
Meet een vierkante meter af en sla op de hoeken stevige paaltjes die zo'n 25 cm boven de grond mogen uitsteken.
Verdeel over elke kant vier wat dikkere wilgentenen die verticaal de grond ingaan. Nog niet afknippen op lengte, dat vlecht makkelijker.
Knip de vlechttenen ruim op lengte, door het vlechten heb je iets meer nodig. Plooi ze van onder naar boven tussen de paaltjes. Zorg dat ze stevig zitten, even hameren helpt.
Timmer de vier kanten met lange spijkers in de paaltjes, knip de verticale wilgentenen op lengte, schuur scherpe puntjes even af.
Bekleed de binnenkant en bodem met worteldoek, zet goed vast met een nietpistool, vul met aarde en zaadjes of plantjes.